In de Nantaise (rond Nantes) is de Loire het dichtst bij de oceaan. De zee heeft dan ook invloed op de wijn: door het klimaat, relatief koel, en door de zilte zeelucht. Sommige wijnmakers spreken van iodé wijnen. In combinatie met de bodem levert dit lichte, zeer droge, mineraalrijke wijnen op die uitstekend te combineren zijn met vis en zeevruchten. De belangrijkste druiven in het gebied zijn de Folle Blanche en de Melon de Bourgogne waarmee de Muscadet wordt gemaakt.
In de Anjou (rond de stad Angers) is de invloed van de oceaan niet meer merkbaar; de lucht is er droger, het landschap sterker geglooid en de rivieren dieper uitgesneden dan in de Nantaise. De diversiteit in landschap veroorzaakt een grote variatie in microklimaten: beschut en vochtig in de steile rivierdalen van de Layon en Aubiance tot droog en relatief warm op de zuidhellingen langs de Loire. Dankzij deze diversiteit worden wijnen gemaakt met een divers karakter: de droge Savennières, dessertwijnen als de Coteaux du Layon en Aubiance en dieprode wijnen als de Anjou Gamay en de Anjou rouge.
De bodemgesteldheid van de Saumur is vergelijkbaar met die van de Anjou, kalkrijke klei en kalkzandsteen op een ondergrond van tufsteen. De Saumur is bekend geworden door de 'Cremant de Loire' die hier sinds het begin van de 19e eeuw wordt gemaakt en van de Chenin, Cabernet Franc en Cabernet Sauvignon. De natuurlijke caves in de krijtrotsen zijn een ideale plek om deze 'méthode champenoise' tot ontwikkeling te laten komen.
Rond Tours groeit vooral de Cabernet Franc en toch geeft dit een grote variëteit aan wijnen door de ligging van de wijngaarden. Op de lager gelegen zandgronden langs de Loire geeft dit een smaakvolle, lichte, fruitige variant die je vooral jong en koel kunt drinken. Op de hoger gelegen kalk-tufsteen bodem vind je de vollere wijnen met stevige tannines. Het is iedere keer weer verrassend hoe je zoveel verschillende wijnen kunt proeven van één en dezelfde druif.
De Touraine Nord is de streek aan de noordzijde van Tours. Een beetje een vergeten gebied maar een van de oudste wijnstreken in Frankrijk. Dankzij het beschutte microklimaat en de ondergrond van vuursteen met klei op een basis van kalk, is het heel geschikt voor de wijnbouw. In dit gebied wordt naast de Chenin ook de rode Pineau d'Aunis en de oorspronkelijke Loire druif gebruikt. De Loire druif geeft een bleek rode kleur en een hele specifieke, kruidige smaak. Om de bleke kleur te verbloemen wordt er vaak wat Cabernet Franc toegevoegd.
In de Touraine Est (het gebied Blois-Orléans) wordt het landschap vlakker en gelijkmatiger en wordt vooral gekarakteriseerd door rivierdalen. Naast de Chenin is hier de Sauvignon blanc bepalend voor de streek. Er wordt nog steeds rode wijn gemaakt van Gamay en Cabernet Franc maar de Côt komt steeds vaker voor en af en toe zie je al wat Pinot Noir.
In Centre (Sancerre) was oorspronkelijk de Pinot Noir de belangrijkste druif. Nadat eind 19de eeuw de druifluis flink had huisgehouden is vooral de sterkere Sauvignon aangeplant die in dit gebied een uitstekende wijn oplevert. Sancerre, Pouilly Fumé, Menetou-Salon, Quincy en Reuilly zijn nu vooral bekend door hun Sauvignon Blanc maar er worden ook nog rode en rosé wijnen van Pinot Noir gemaakt.
Die Loire ist dem Meer in der Nantaise (um Nantes) am nächsten. Das Meer beeinflusst den Wein; wegen des Klimas, relativ kühl und wegen der salzigen Seeluft. In Kombination mit dem Boden entstehen leichte, sehr trockene, mineralstoffreiche Weine, die sich hervorragend in Kombination mit Fisch und Meeresfrüchten kombinieren lassen. Die Haupttrauben in der Region sind die Folle Blanche und die Melone de Bourgogne, aus denen der Muscadet hergestellt wird.
Im Anjou (um die Stadt Angers) ist der Einfluss des Ozeans nicht mehr spürbar. Die Luft ist trockener, die Landschaft welliger und die Flüsse tiefer als in der Nantaise. Die Vielfalt der Landschaft führt zu einer großen Variation des Mikroklimas. Geschützt und feucht in den steilen Flusstälern von Layon und Aubiance, um an den Südhängen entlang der Loire trocken und relativ warm zu werden. Dank dieser Vielfalt werden Weine mit einem vielfältigen Charakter hergestellt: die trockenen Savennières, Dessertweine wie die Coteaux du Layon und Aubiance und tiefrote Weine wie die Anjou Gamay und Anjou Rouge.
Die Bodenbedingungen des Saumur sind vergleichbar mit denen des Anjou, kalkhaltigen Tons und Kalksteins auf Tuffbasis. Der Saumur ist berühmt geworden für den 'Cremant de Loire', der hier seit dem frühen 19. Jahrhundert hergestellt wird, und für den Chenin, Cabernet Franc und Cabernet Sauvignon. Die natürlichen Höhlen in den Kreidefelsen sind ein idealer Ort, um diese „Methode Champenoise“ zu entwickeln.
Insbesondere der Cabernet Franc wächst rund um Tours und bietet aufgrund der Lage der Weinberge eine große Auswahl an Weinen. Auf den unteren Sandböden entlang der Loire ergibt sich eine schmackhafte, leichte, fruchtige Variante, die Sie besonders jung und kühl trinken können. Auf dem höher gelegenen Kalkstein-Tuff-Boden finden Sie die volleren Weine mit starken Tanninen. Es ist immer wieder überraschend, wie man so viele verschiedene Weine aus ein und derselben Traube produzieren kann.
Die Touraine Nord ist die Region auf der Nordseite von Tours. Ein bisschen vergessen, aber eine der ältesten Weinregionen Frankreichs. Dank des geschützten Mikroklimas und der Feuerstein- und Tonbasis auf Kalkbasis ist es sehr gut für den Weinbau geeignet. In diesem Gebiet werden neben dem Chenin auch der rote Pineau d'Aunis und die ursprüngliche Loire-Traube verwendet. Die Loire-Traube hat eine blassrote Farbe und einen sehr spezifischen, würzigen Geschmack. Um die blasse Farbe zu verschleiern, wird oft etwas Cabernet Franc hinzugefügt.
In der Touraine Est (Blois-Orléans) wird die Landschaft flacher und ebenmäßiger und ist hauptsächlich von Flusstälern geprägt. Neben dem Chenin bestimmt hier der Sauvignon Blanc die Region. Rotwein wird immer noch aus Gamay und Cabernet Franc hergestellt, aber der Côt wird immer häufiger und ab und zu sieht man Pinot Noir.
Pinot Noir war ursprünglich die wichtigste Rebsorte in Center (Sancerre). Nachdem die Traubenlaus Ende des 19. Jahrhunderts Verwüstungen angerichtet hatte, wurde vor allem der stärkere Sauvignon gepflanzt, der in dieser Gegend einen hervorragenden Wein hervorbringt. Sancerre, Pouilly Fumé, Menetou-Salon, Quincy und Reuilly sind heute am bekanntesten für ihren Sauvignon Blanc, aber es gibt auch Rot- und Roséweine von Pinot Noir.
Of u nu een grote wijnmakerij of een familiebedrijf wilt bezoeken,
wij raden u aan om voor uw aankomst te reserveren. U kunt dat via deze link doen:
Ob Sie ein großes Weingut oder einen Familienbetrieb besuchen möchten, wir empfehlen Ihnen, vor Ihrer Anreise zu reservieren. Das können Sie über diesen Link tun: