In het midden van de 1e eeuw v. Chr. bereikten Romeinse legioenen voor het eerst de benedenloop van de Rijn. We kennen Julius Caesars grote successen uit zijn beroemde verslag aan de senaat met als titel "Over de Gallische Oorlog". Bijna direct hierna begon Rome een militaire aanwezigheid op te bouwen aan de noordoostelijke randen van Gallië. In het tweede decennium voor onze jaartelling worden enorme legioenskampen gebouwd langs de Rijn in o.m. Nijmegen, Xanten, Neuss, Keulen en Bonn. Deze legioenskampen worden ingericht vanuit een offensieve strategie, met als doel de verovering van heel Germanië. Daarna dringen militaire operaties, troepen en materieel steeds dieper Germanië binnen, in de niet aflatende inspanning om het rijk uit te breiden. Maar de opeenvolgende veldtochten brengen geen blijvend succes. Toch wordt het Romeinse prestigeproject pas officieel verlaten met de instelling van de provincies Germania Superior en Inferior (Boven- en Neder-Germanië) in de jaren 80 n. Chr. Tegen die tijd was in Germania Inferior - met Keulen als provinciehoofdstad - een aaneengesloten keten van militaire installaties aangelegd langs de zuidoever van de Rijn. In het noorden en oosten van Germania Inferior stroomt de Rijn en ten westen de Schelde, die voor de Romeinse provincie Gallia Belgica als transportroute erg belangrijk was. Naast de fysieke belemmering van de Rijn, bestond het grenssysteem uit een militaire weg op de zuidoever, die ongeveer 40 forten met tussenliggende wachttorens met elkaar verbond. De Romeinse term voor een dergelijke bewaakte grens was Limes – vandaar de moderne benaming Nedergermaanse Limes. Dit systeem beschermde eeuwenlang niet alleen met succes het Romeinse Rijk tegen Germaanse invallen maar diende ook (en vooral) als bewaking voor de scheepvaart en ander verkeer door en langs de Rijn- en Maascorridor.
Het Werelderfgoedcomité van Unesco heeft de Nedergermaanse limes in 2021 op de werelderfgoedlijst geplaatst. In Nederland bestaat deze uit 19 beschermde locaties. Op veel plaatsen is de Limes zichtbaar gemaakt en de mooiste archeologische vondsten zijn tentoongesteld in musea. Bezoek bijvoorbeeld de Castella in Arnhem en De Meern (Hoge Woerd) of bezoek het Museum Het Valkhof in Nijmegen, het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden of het Archeon in Alphen a/d Rijn.
Unter Julius Caesar erreichten um die Mitte des 1. Jhs. v. Chr. erstmals Römische Truppen den Niederrhein. Die Schnelligkeit seiner Erfolge sind durch seinen berühmten, an den Senat gerichteten Tatenbericht “Über den Gallischen Krieg” überliefert. Unmittelbar danach beginnt Roms militärische Präsenz am nordöstlichen Rand Galliens. Im zweiten Jahrzehnt vor unserer Zeitrechnung entstehen entlang des Rheins riesige Legionslager in Nimwegen, Xanten, Neuss, Köln und Bonn. Diese Legionslager werden nach einer Offensivstrategie errichtet, mit dem Ziel, ganz Germanien zu erobern. Wenig später dann führen die Feldzüge Soldaten und Ausrüstung weit ins Innere Germaniens. Doch die Eroberungskampagnen blieben ohne nachhaltigen Erfolg. Offiziell aufgegeben wurden die Eroberungspläne jedoch erst mit der Errichtung der Provinzen Germania Superior und Inferior (Ober- und Niedergermanien) in den 80er Jahren n. Chr. Zu dieser Zeit entwickelte sich in Germania Inferior - mit Köln als Provinzhauptstadt - eine durchgehende Kette militärischer Einrichtungen am südlichen Rheinufer. Nördlich und östlich von Germania Inferior floss der Rhein und westlich die Schelde, die für die römische Provinz Gallia Belgica als Transportweg sehr wichtig war. Neben dem natürlichen Hindernis des Rheinstromes, bestand das Grenzsystem aus einer Militärstraße, die am südlichen Rheinufer entlang führte und etwa 40 Kastelle mit den dazwischen liegenden Wachttürmen verband. Der römische Begriff für eine solche militärisch bewachte Grenzlinie war Limes, worauf die moderne Bezeichnung Niedergermanische Limes Bezug nimmt. Dieses System schützte nicht nur das Römische Reich über Jahrhunderte erfolgreich vor germanischen Einfällen, sondern diente ebenso (und vor allem) zur Überwachung des Schiffs- und Landverkehrs entlang des Rhein-Maas-Korridors.
Der gesamte UNESCO Welterbestätte Niedergermanische Limes umfasst 44 bekannte Fundplätze, von denen sich mehr als die Hälfte auf dem Gebiet des heutigen Nordrhein-Westfalens befinden. Dazu zählen Fundamente einzelner Wachtürme, großflächige Legionslager und Römische Städte wie Ulpia Traiana (Xanten), auf dem heutigen Areal des LVR-Archäologischen Parks Xanten. Reste des Wegenetzes und kleinere zivile Ansiedlungen vervollständigen das Bild einer grenznahen intensiven Römischen Besiedlung im Xantener Raum. Oder besuchen Sie das Römisch-Germanisches Museum in die Römische Provinzhauptstadt Köln. Das Museum hütet das archäologische Erbe der Stadt und des Umlandes. Drei Römische Bodendenkmäler gehören zum UNESCO-Weltkulturerbe in Köln: die Porta Praetoria (Eingangstor) in der Innenstadt, das Flottenkastell in Köln-Marienburg sowie das Kastell rechtsrheinisch. Sie alle sind Zeugnisse der Ursprünge und Entwicklung dieses Gebietes in NRW.
Hoeveel inwoners had Nederland in de tijd van de Romeinen? Klik hier.
Wie viele Einwohner hatten die Niederlande zur Zeit der Römer? Klick hier.