Deze toer gaat - bij voorkeur over het water! Bent u zelf niet in het bezit van een sloep of kano? Geen nood. In de omgeving zijn een groot aantal verhuurbedrijven te vinden, waar u een boot kunt huren.
De haven van Amsterdam had lange tijd het probleem dat de zee alleen toegankelijk was via de Zuiderzee, nu het IJsselmeer. Het idee om een kanaal dwars door de duinen te graven om een korte verbinding met de zee te maken, bleek de beste oplossing voor de lange termijn. Gravers begonnen hun werk in 1865. Op 1 november 1886 werd het Noordzeekanaal geopend. De opening van het Noordzeekanaal en de voortgaande mechanisatie zorgden ervoor dat er veel nieuwe werkgelegenheid ontstond. De scheepsbouwindustrie (NDSM-werf), machine- en munitiefabrieken (Hembrugterrein), pakhuizen (Zaanse pakhuizen), brood-, koekjes-, conserven- en chocoladefabrieken vestigden zich langs het Noorzeekanaal en de Zaan.
De Zaanstreek wordt met recht het oudste Europese industriegebied genoemd. Vanaf omstreeks 1600 ontwikkelde zich hier een opeenhoping van industriële bedrijvigheid van een tot dan ongekende veelzijdigheid en omvang. Tussen 1575 en 1875 zijn rond de Zaan ongeveer duizend molens gebouwd. Nu, zo'n honderdvijftig jaar later, zijn daarvan, naast een drietal polder-watermolens, slechts een tiental industrie windmolens over. Dat vanaf 1600 zo veel ondernemers de Zaanstreek uitkozen voor het bouwen van een molen had verschillende redenen. Van oudsher had men zich in de Zaanstreek bezig gehouden met landbouw, veeteelt en visserij. Zeer ver voor 1600 waren daar echter al scheepvaart- en handelsactiviteiten uit voortgekomen, die vervolgens weer allerlei plaatselijke bedrijvigheid meebrachten. Een ander pluspunt was de nabijheid van Amsterdam, dat zich weldra ontwikkelde tot een belangrijk knooppunt van het sterk in betekenis toenemende West-Europese handelsverkeer. Door grote watervlakten omgeven, garandeerden de uitgestrekte boomloze veenpolders rond de Zaan zoveel mogelijk wind van grote kracht en gelijkmatigheid. Meer dan 50 houtzaagmolens leverden bijvoorbeeld hout aan ondermeer de scheepswerf van de VOC op de oostelijke eilanden in Amsterdam.
Fabrieken, pakhuizen, molens, arbeiderswoningen en alles wat daarbij hoort zijn te vinden op deze nieuwe toer.
Diese Tour ist - am liebsten auf dem Wasser! Besitzen Sie selbst keine Schaluppe oder Kanu? Kein Problem. In der Umgebung gibt es eine große Anzahl von Verleihfirmen, bei denen Sie ein Boot mieten können.
Lange Zeit hatte der Amsterdamer Hafen das Problem, dass das Meer nur über die Zuiderzee, das heutige IJsselmeer, erreichbar war. Die Idee, einen Kanal quer durch die Dünen zu graben, um eine kurze Verbindung zum Meer zu schaffen, stellte sich als langfristig beste Lösung heraus. Bagger nahmen 1865 ihre Arbeit auf. Am 1. November 1886 wurde der Nordseekanal eröffnet. Die Eröffnung des Nordseekanals und die fortschreitende Mechanisierung sorgten dafür, dass viele neue Arbeitsplätze geschaffen wurden. Die Schiffbauindustrie (NDSM-Werf), Maschinen- und Munitionsfabriken (Hembrugterrein), Lagerhäuser (Zaanse pakhuizen), Brot-, Keks-, Konserven- und Schokoladenfabriken siedelten sich entlang des Noorzee-Kanals und der Zaan an.
Die Zaan-Region wird zu Recht als das älteste europäische Industriegebiet bezeichnet. Ab etwa 1600 entwickelte sich hier eine Anhäufung industrieller Aktivität von bis dahin unbekannter Vielseitigkeit und Größe. Zwischen 1575 und 1875 wurden rund um die Zaan etwa tausend Windmühlen gebaut. Heute, rund 150 Jahre später, sind neben drei Polderwassermühlen nur noch ein Dutzend Industriewindmühlen übrig. Es gab mehrere Gründe, warum so viele Unternehmer ab 1600 die Zaan-Region wählten, um eine Mühlenindustrie aufzubauen. Traditionell war die Zaan-Region in der Landwirtschaft, Viehzucht und Fischerei tätig. Weit vor 1600 waren daraus jedoch bereits Schifffahrts- und Handelsaktivitäten hervorgegangen, die wiederum allerlei lokale Aktivitäten nach sich zogen. Ein weiterer Pluspunkt war die Nähe zu Amsterdam, das sich bald zu einem wichtigen Knotenpunkt des rasant zunehmenden westeuropäischen Handels entwickelte. Umgeben von großen Wasserflächen garantierten die riesigen baumlosen Torfpolder rund um die Zaan möglichst viel Wind von großer Stärke und Gleichmäßigkeit. So lieferten mehr als 50 Windmühlen Holz unter anderem an die Werft der VOC auf den östlichen Inseln in Amsterdam.
Fabriken, Lagerhallen, Mühlen, Arbeiterhäuser und alles was dazugehört findet man auf dieser neuen Tour.