Augusta Vindelicum is de oude Romeinse naam van de stad Augsburg. Tijdens het bewind van keizer Hadrianus - die keizer Trajanus opvolgde en Romeins keizer was van 117 tot 138 n.Chr., werd het de hoofdstad van de Romeinse provincie Raetia en omvatte het huidige gebied van Schwaben met de Allgäu, Opper-Beieren ten westen van de Inn en Neder-Beieren ten zuiden van de Donau, Opper-Zwaben en Oost-Württemberg, delen van Tirol, Vorarlberg en Zwitserland. Augsburg heette vanaf dat moment municipium Aelium Augustum (of kortweg Aelia Augusta) en stond onder bestuur van een procurator, een hoge ambtenaar, die de belangen van de Romeinse keizer waarnam. Gebouwen werden steeds vaker in steen opgetrokken en de stad kreeg een stadsmuur met een oppervlakte van ongeveer 80 hectare. Inscripties tonen vooral een bloeitijd in de tweede en vroege derde eeuw. De provinciehoofdstad werd een kruispunt van belangrijke Romeinse wegen. De Via Claudia Augusta sloot aan op het wegennet naar Rome en ging verder naar de Limes bij Donauwörth. Een tweede belangrijke weg was de Via Julia Augusta die Augsburg verbond met Salzburg (Luvavum). Diverse opgravingen geven een goed beeld van de oude stad. De talloze vondsten worden gepresenteerd in het Römisches Museum in Augsburg.
De Nedergermaanse Limes die de antieke loop van de Rijn volgde en de Donau Limes die van de Donau, hadden meer het karakter van bewaking van een scheepsvaartroute dan dat van een echte grens om Romeins grondgebied te verdedigen. Dit veranderde doordat steeds vaker Raetia door verschillende stammen werd binnen gevallen. Marcus Aurelius, Romeins keizer van 161 tot 180 n. Chr., besloot daarop de grens beter te beveiligen door extra manschappen te sturen. Op de grens met de Donau - vandaar de naam Donau Limes - bouwden de Romeinen Castrum Batava (Passau) (zie de kaart hieronder). De naam komt van legio (legioen) III Batavorum, die door Marcus Aurelius hier gestationeerd werd. Castrum Regina (Regensburg) werd de legerplaats van legio III Italica. Na een korte periode van rust in Raetia, braken er toch opnieuw oorlogen uit en werd Marcus Aurelius weer gedwongen naar de Germaanse grensgebieden te vertrekken. Een serie oorlogen zou hem de volgende acht jaar verhinderen om lange tijd in Rome te blijven. Na een aantal succesvolle veldtochten ontving hij in 172 n. Chr. de titel Germanicus (..) De Porta Praetoria (toegangspoort) en andere zichtbare Romeinse bouwresten van Castrum Regina (Regensburg) maken deel uit van de Donau Limes, die sinds 2021 op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat.
Er zijn vijf Romeinse musea aan de Beierse Donau-Limes, die zijn samengevoegd tot een museumnetwerk: het Archeologisch Museum in Kelheim, het Historisch Museum in Regensburg (tip!), het Gäubodenmuseum in Straubing (tip!), het Museum Quintana in Künzing en het RömerMuseum in Passau. Verder zijn de Romeinse musea in Augsburg, Neustadt an der Donau en Aalen ook zeker de moeite waard!
Augusta Vindelicum ist der altrömische Name der Stadt Augsburg. Während der Regierungszeit von Kaiser Hadrian – Römischer Kaiser von 117 bis 138 n. Chr. – wurde sie zur Hauptstadt der Römischen Provinz Raetia erhoben und umfasste das heutige Gebiet Schwaben mit dem Allgäu bis Oberbayern westlich vom Inn und Niederbayern südlich der Donau, Oberschwaben und Ostwürttemberg, Teile von Tirol, Vorarlberg und der Schweiz. Augsburg hieß dann municipium Aelium Augustum (oder einfach Aelia Augusta). Von dieser Zeit an wurden Gebäude zunehmend in Stein gebaut. Die Stadt erhielt eine Stadtmauer, die ein Gebiet von ca. 80 ha umfasste. Inschriften belegen vor allem eine Blütezeit im zweiten und frühen dritten Jahrhundert. In der Spätantike war die Stadt, ungleich vielen anderen Orten, in vollem Umfang weiter besiedelt. Selbst am Übergang zum fünften Jahrhundert sind hier noch repräsentative Gebäude errichtet worden. Augsburg war ein Knotenpunkt wichtiger Römerstraßen. Die Via Claudia Augusta war an das Straßennetz nach Rom angeschlossen. Eine zweite wichtige Straße war die Via Julia Augusta, die Augsburg mit Salzburg (Luvavum) verband. Diverse Ausgrabungen vermitteln ein relativ gutes Bild der Altstadt. Die unzähligen Funde werden im Römisches Museum Augsburg präsentiert.
Der Niedergermanischer Limes, der dem alten Rheinverlauf folgte, und der Donau-Limes, der der Donau folgte, hatten eher den Charakter einer Bewachung eines Schifffahrtsweges als einer wirkliche Grenzer um Römisches Territorium zu verteidigen. Dies änderte sich, als Raetia zunehmend von verschiedenen Stämme angegriffen wurde. Marcus Aurelius, Römischer Kaiser von 161 bis 180 n. Chr., beschloss, die Grenze durch die Entsendung zusätzlicher Truppen darum besser zu sichern. An der Donaugrenze errichteten die Römer Castrum Batava (Passau) (siehe Karte oben). Der Name stammt von Legion III Batavorum, die hier von Marcus Aurelius stationiert wurde. Castrum Regina (Regensburg) wurde zum Lager der Legion III Italica. Nach einer kurzen Friedenszeit in Raetia brachen erneut Kriege aus und Marcus Aurelius musste erneut in die germanischen Grenzgebiete ausreisen. Eine Reihe von Kriegen würde ihn daran hindern, die nächsten acht Jahre lang in Rom zu bleiben. Nach mehreren erfolgreichen Feldzügen erhielt er 172 n. Chr. den Titel Germanicus (..) Die sichtbaren Römischen Baureste in Castrum Regina (Regensburg) wie z.B. die Porta Praetoria (Eingangstor) sowie die mit dem Legionslager zusammenhängenden Bodendenkmäler, sind seit 2021 Bestandteil des UNESCO-Weltkulturerbe erhobenen Donau-Limes.
Am bayerischen Donau-Limes gibt es fünf Römermuseen, die zu einem Museumsverbund zusammengeschlossen sind: das Archäologische Museum in Kelheim, das Historische Museum in Regensburg (Tipp!), das Gäubodenmuseum in Straubing (Tipp!), das Museum Quintana in Künzing und das RömerMuseum in Passau. Auch die Römermuseen in Augsburg, Neustadt an der Donau und Aalen sind unbedingt einen Besuch wert!